Speelplaatsen zijn een belangrijke speelplek voor kinderen, of een rust- en hangplek voor jongeren. Buitenruimten worden ook meer en meer actief ingezet in het lesgebeuren: een buitenklas, een moestuin, dieren op school enz. Scholen hebben, al dan niet via hun MOS-beleid, speelplaatsen deels omgevormd tot groenere plekken. Zo krijgt groen en milieueducatie naast de traditionele verharde speelplaats voor sport en spel, ook ruimte .
Wat zijn de voordelen van een aangename speelplaats en een goed speelplaatsbeleid?
Hierover bestaat geen wettelijk kader. Toch is het voorzien van voldoende buitenruimte sterk aan te raden want onderzoek toont aan dat waar kinderen te weinig speelruimte ter beschikking hebben tijdens speeltijden, het aantal conflicten en pestgedrag toeneemt.
Op basis van een literatuurstudie kunnen volgende oppervlakten worden aangeraden:
Minimaal wordt er aangeraden om 6 m²/leerling aan buitenspeelruimte te voorzien voor het buitengewoon en basisonderwijs..
De fysische norm doet uitspraak over de maximaal subsidiabele oppervlakte voor verharde speelplaats en het aandeel daarvan dat overdekt kan worden. Andere omgevingswerken, zoals de aanleg van een niet-verharde groenzone, zijn als niet-genormeerde omgevingswerken ook subsidiabel. In de rubriek “omgevingswerken” vindt u meer informatie.
Naast de oppervlakte dragen een groenruimte, speelmogelijkheden en de inrichting bij tot de kwaliteit van de speelplaats.
Natuur en groen kan op verschillende manieren geïntegreerd worden. Het zorgt voor variatie voor de leerlingen en educatieve mogelijkheden, maar het heeft ook een positieve invloed op de ecologie en duurzaamheid. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen drie soorten groenruimten:
Variatie is het sleutelwoord bij de inrichting van de speelplaats. Dit kan voorzien worden bij de keuze van de ondergrond (verharding, onverhard), reliëf, toestellen… Zo krijgt ieder kind zijn plekje op de speelplaats, want er zijn leerlingen die zich graag actief willen uitleven tijdens de speeltijd en leerlingen die juist tot rust willen komen. Denk hierbij ook aan de leerlingen die minder mobiel zijn. Door ervoor te zorgen dat iedereen zich op zijn manier kan ontspannen, zal er minder verveling en negatief gedrag zijn. De leerlingen kunnen daarna de lessen meer ontspannen hervatten.
Hoewel de speelplaats een ruimte hoort te zijn waar de leerlingen zich moeten kunnen uitleven, zal er ook gedacht moeten worden aan de veiligheid. Lees hierover meer in de rubriek veiligheid speeltoestellen. Daarnaast moet men ook rekening houden met de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater (en sommige gemeentelijke of provinciale reglementeringen), waardoor in bepaalde gevallen (o.a. bij de (her)aanleg van verhardingen) een minimum infiltratieoppervlakte nodig kan zijn.
Onderzoek ook of de open ruimte meervoudig gebruikt kan worden, zodat (een deel van) de speelplaats bijvoorbeeld ook 'buurtplein' wordt en een sociale functie in de wijk kan krijgen. Op die manier wordt de schaarse ruimte dubbel gebruikt. Goede afspraken rond beheer en onderhoud zijn hierbij belangrijk.
Meer weten?