beleidskader en situering van de projectoproep

Vlaanderen wil ook in de toekomst in samenwerking met private partners scholen bouwen. De Vlaamse Regering houdt haar inspanningen aan om te investeren in scholenbouw. Dat is belangrijk gelet op de historische achterstand en de lange wachtlijsten voor scholenbouw.

Het belang van schoolinfrastructuur is dan ook aangegeven in

De Vlaamse Regering heeft duidelijk geopteerd voor het benutten van alternatieve mogelijkheden – voor zover haalbaar, wenselijk en rekening houdend met hun ESR-impact op de schuldgraad en juridische eenvoud.

Een van de doelstellingen uit de conceptnota Masterplan Scholenbouw voorziet in het opzetten van nieuwe projectspecifieke DBFM-operaties.
Alternatieve financiering zal in de toekomst noodzakelijk blijven in scholenbouw gelet op de beschikbare overheidsmiddelen. Bijkomende inspanningen via alternatieve financiering dringen zich dan ook op.

Met het decreet van 25 november 2016 betreffende de alternatieve financiering van schoolinfrastructuur via projectspecifieke DBFM-overeenkomsten creëert de Vlaamse Regering een nieuw kader voor publiek-private samenwerking in scholenbouw.

De nieuwe projectoproep kadert dus binnen een volledig nieuw DBFM-programma en staat los van het programma ‘Scholen van Morgen’ dat volop in uitvoering is.